In het land der blinden….!

Het is niet onbekend dat ik iets met schaatsen had en de meesten weten; ook nog heb. Dus zoals elke week ging ik er afgelopen weekend weer eens goed voor zitten. Genieten van de prestatie van de Nederlanders en me telkens weer verwonderend over de nieuwe ‘Parra’s’ uit het buitenland. Zeker nu de spelen er weer aankomen.

Schaatsen is een wereldsport in Nederland. Zo’n 300.000 mensen beoefenen de sport op frequente basis en bij natuurijs worden we massaal schaatsgek. In het buitenland is die groep met uitzondering van Japan zeer beperkt. Des te knapper dat ze meedoen om de prijzen. En dat was dit weekend goed te zien.

Derek Parra was een inline skater zoals zovelen die succesvol waren en zijn op het ijs. De inline sport is in het buitenland wel substantieel in omvang. In Colombia is het zelfs een
van de grootste sporten. Het is eigenlijk raar dat die sport eigenlijk niet Olympisch is. Daar staan 3x zoveel nationaliteiten aan de start tijdens het WK als bij het WK schaatsen.

Dat die inline skaters niet alleen goed zijn op de Mass Start bewees Mr. #everydayisalegday Joey Mantia dit weekend op de 1.500meter. Hij vloog over het ijs. Zijn doel is helder: goud op de Olympische spelen. Veelvuldig wereldkampioen inline skaten Bart Swings won de mass start.

De jongste telg van het schaasten; de ploegenachtervolging vind ik mooi. Ze zouden nog meer naar het baanwielrennen kunnen kijken. Wat denk je van de sprint 1 op 1 op de ijsbaan zoals ze dat doen op de wielerbaan? Licht uit, spotlights on, rockmuziek op en knallen.

Maar goed de conservatieve schaatsport blinkt niet uit in innovatie. Het duurde 100 jaar voordat de klapschaats doorbrak en Tonny de Jong de concurrentie naar huis reed. Daarover gesproken zag ik de ploegenachtervolging rijden en, over smaak valt niet te twisten, wat hadden die Nederlanders ontzettend lelijke helmen op.

De helmen van Nederland, en ook andere landenteams die dezelfde helmen droegen, leken alsof een of andere chinees de opdracht had gekregen een pispotkapsel te vertalen naar de vorm van een helm. Mooi bedrukt, dat is gelukt. Maar die vorm. Afschuwelijk.

Als je als sport een helm koopt dient deze minimaal esthetisch mooi te zijn. Ik ben vast niet
de enige die dat vindt. Als we producten aanschaffen kopen we spullen die we mooi vinden en gelukkig tegenwoordig ook steeds meer duurzaam. Maar dat waren deze helmen niet! Als gezegd, schaatsen staat niet bol van de innovatie, maar dit?

De afgelopen dagen bleef me dat bij. De beste spullen op alle fronten, zou dit dan ook de beste helm zijn. Een helm die er zo uitziet? Terugkijkend naar de beelden zag ik dat er ook landen rondreden met andere helmen. De beelden nog beter bestuderend zijn er enkele merken die meedoen in het land van de ‘schaats’ helmen.

Het lichaam bepaalt voor 80% de weerstand van de schaatser. Dus als je nog harder staal gebruikt dat nog beter glijdt zou die (minieme) winst weleens minder kunnen betekenen dan
winst in weerstand van het lichaam. Waar zijn die strips van weleer overigens gebleven? Ik kan me ook zomaar voorstellen dat met een adequate helm de schaatsers sneller zijn dan zonder helm.

Ik stuitte in mijn nieuwsgierigheid op een artikel van de Volkskrant van 11 november: ‘schaatssport kiest voor trage helm’. Duidelijker kan het niet. De helm is dus ook nog
trager? En toch hebben ze die helm op. Waarom dan toch. Weer naar de beelden kijken,
want ik krijg een donderbruin vermoeden…

Ok. Ik zie het. De sponsor heeft invloed op de rijders of misschien wel op de bond, meerdere bonden. De rijders met de helm rijden namelijk bijna allemaal ook op de schaatsen van dezelfde producent. Zou dat dan…. Eerlijk gezegd kan ik me daar wel iets bij voorstellen.

Als je sporters sponsort wil je ook dat ze je spullen gebruiken. Zeker als je enige dominantie hebt en uitoefent. Maar als dat gaat over producten waar je zelf geen ontwikkeling op doorvoert, maar eet uit de ruif van je leveranciers, dan help je de sporters niet. Sporters willen winnen, met de beste en in dit geval de snelste spullen.

In de schaatsmarkt heerst sinds enige jaren nagenoeg een monopolie. Naast de grootste speler zijn er enkele kleinere merken die ook produceren. Naast ook specialisten als bijvoorbeeld de makers van maatschoenen die de meest fraaie producten voor de schaatsers fabriceren. Dat is inzake de helmen natuurlijk ook zo. Andere, kleinere spelers, specialiseren zich; een enkeling ook in schaatshelmen.

Het gevaar van een monopolie is ledigheid. We weten dat monopolie een rem op de innovatie & technologie zet. Dat is niet goed voor de sport. Zeker niet als de sport ook nog eens zo conservatief is als de schaatssport. Tuurlijk zie je ook in andere sporten, maar nergens voegt het waarde toe aan het doel van de sporter zelf: winnen.

Ik lees op het platform schaatsen.nl op 12 november de keuze van de KNSB voor de lelijke helmen. In dat artikel wordt aangegeven dat een ander merk een snellere helm in de windtunnel heeft (en reeds meerdere helmen voor meerdere sporten heeft ontwikkeld), maar dat de huidige leveranciers van schaatsen een snellere helm gaat maken. Dat is een beetje als patat eten bij de Chinees. Dat is nooit echt lekker, hoe goed ze hun best ook doen. Het zijn geen patatbakkers. In dit geval heeft deze ‘chinees’ zelfs nog nooit patat gebakken.

Innovaties, ook in de sport, komen bijna nooit van de marktleider. Je hebt challengers nodig om verandering vorm & inhoud te geven. Cool Blue, Uber, Tango, Catawiki, Princess en vele anderen hebben de marktleiders succesvol gechallenged. Noodzakelijk om vernieuwing te realiseren. Ook in het ‘oerconservatieve’ schaatsen. Ik neem aan dat de coaches en sporters zelf dit ook begrijpen.

…is eenoog koning!

Bronnen